GIR2.0: een vernieuwende en wendbare applicatie voor BRZO-inspecteurs
De vuurwerkramp in Enschede van 2000, de grote branden bij Chemiepack in 2011 en bij Chemelot in 2015 benadrukten de noodzaak om overheidsorganisaties die belast zijn met toezicht op gevaarlijke industrieën te verenigen in het samenwerkingsverband BRZO+ (Besluit Risico’s Zware Ongevallen). Zij registreren hun bevindingen in de Gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR). Deze applicatie heeft een opvolger met GIR2.0. I-Interimmer Eric Blok was met zijn projectteam verantwoordelijk voor de overstap naar GIR2.0. In dit interview vertelt hij hoe dit in z’n werk ging.
Eric Blok, sinds 2012 projectmanager bij I-Interim Rijk (IIR), heeft met zijn projectteam gewerkt aan de ontwikkeling van en overstap naar de Gemeenschappelijke Inspectieruimte 2.0 (GIR2.0). In tegenstelling tot de oude versie is deze applicatie technisch wendbaar en kan deze continu vernieuwd worden. Als de methodiek van inspecteurs verandert door voortschrijdend inzicht, verandert de applicatie mee. Dat schept ook ruimte voor de werkwijze van de opdrachtgever.
Erics opdrachtgever is programmamanager BRZO+, Erwin de Bruin, verantwoordelijk voor het samenwerkingsprogramma BRZO+ van overheidsorganisaties die zijn belast met inspectie en controle van gevaarlijke industrieën. Aangesloten organisaties inspecteren bijvoorbeeld Shell, DSM en Tata Steel. Meerdere disciplines, zoals de brandweer, arbeidsinspectie en omgevingsdienst, zijn vertegenwoordigd in een inspectieteam, zodat integraal de veiligheidssituatie kan worden gecontroleerd.
Gemeenschappelijke Inspectieruimte
De inspecteurs van aangesloten organisaties registreren hun werk en stellen die onderling beschikbaar in de Gemeenschappelijke Inspectieruimte (GIR): een online-inspectiedatabase die inspectieteams in staat stelt om gezamenlijk een inspectie voor te bereiden, uit te voeren en af te ronden. Iedere inspectiedeelnemer heeft toegang tot inspectiezaken en kan informatie opvragen en opslaan.
De oude GIR had zijn beperkingen. Zo was deze applicatie gebouwd om een specifieke inspectiemethodiek te ondersteunen en zorgde deze ervoor dat er één gezamenlijk rapport kon worden gemaakt. Deze manier van inspecteren en registreren moest veranderen. De nieuwe inspectiemethodiek, Landelijke Benadering Risicobedrijven (LBR), kon in de oude GIR echter niet ondersteund worden. De techniek was namelijk verouderd en kon niet aangepast worden.
Nieuwe techniek, methodiek en werkwijze
Hoewel de nieuwe inspectiemethodiek LBR – hoe inspecteren we, wat leggen we vast, en hoe leggen we dat vast; kortom, de nieuwe manier van (samen)werken – nog niet volledig was uitgedacht, begonnen we aan de opvolger, genaamd GIR2.0.
Eric: ‘We zijn gestart met een schone lei. GIR2.0 is in technische zin van de grond af opnieuw gebouwd. We huurden ICTU in voor het ontwikkelen van de applicatie. Logius stelde het Standaard Platform beschikbaar, een rijksbreed initiatief waarop de applicatie draait.’
Eric vervolgt: ‘De samenwerking met ICTU verliep heel goed. Iedere drie weken bouwden zij stukjes werkende functionaliteit. Opdrachtgever en gebruikers werden bij elke stap goed geïnformeerd én betrokken. Totdat er een volwaardige applicatie was gevormd. Het is een moderne kijk op softwareontwikkeling: begin aan wat concreet is, en ontwerp, bouw en check het met een demo. Dat is niet alleen goed voor het technische resultaat, maar schept ook ruimte bij de opdrachtgever: niet alle ideeën hoeven afgetimmerd te zijn. De wisselwerking tussen het automatiseren in techniek en het organiseren van het inspectiewerk bood ruimte om gedurende het bouwen de koers aan te passen. Die werkwijze had ook invloed op het denken over de methodiek van inspecteurs van de aangesloten diensten.’
Permanent bèta
De bouw van de nieuwe applicatie nam tot nu toe ongeveer twee jaar in beslag en is gebruiksklaar, maar in feite is de applicatie nooit af. Zo ontwikkelen wij op dit moment nog volop om nieuwe functionaliteiten aan de applicatie toe te voegen. Wel kon begin dit jaar al wel de implementatie plaatsvinden. Door een goede voorbereiding verliep dit zonder problemen. Inmiddels werken bijna tweehonderd inspecteurs en andere eindgebruikers landelijk met de nieuwe applicatie. De applicatie wordt voortdurend uitgebreid en verbeterd, of om in nerdy termen te spreken, “permanent bèta”. Eric zegt daarover: ‘Eigenlijk is een dergelijke applicatie pas “af” aan het eind van diens bestaan, want er is zowel technisch als in methodiek altijd wat te verbeteren of aan te vullen. Wanneer over een jaar of tien de volgende applicatie in gebruik wordt genomen, dan is GIR2.0 af!’
Innige samenwerking
Een extern bureau heeft de applicatie beoordeeld op mogelijkheden voor onderhoud en dit heeft geleid tot de hoogste waardering. De applicatie voldoet ook aan alle beveiligingseisen en doorstond moeiteloos een externe securitytest. Eric: ‘Werkelijk grote lof voor het projectteam. Wat een geluk om met deze professionele en prettige mensen te mogen samenwerken.’
Eric: ‘In een politiek bestuurlijke en complexe organisatie is het gelukt om voor een geheel nieuwe werkwijze een inspectiesysteem te bouwen, waardoor Nederland weer een stukje veiliger wordt. Ik kijk terug op een intensieve periode, waar continu onder tijdsdruk werd gewerkt en we aan het begin nog niet precies wisten wat er moest gebeuren, omdat de richting nog niet was bepaald. Gaandeweg kwamen we erachter dat de introductie van zaakgericht werken hielp bij het organiseren en regisseren van de vele inspecties en dat de kwaliteit van de opgeslagen gegevens toenam door aan te haken op landelijke basisadministraties.’ Zo zijn er nog veel meer verbeteringen. Het systeem heeft de potentie om de administratieve last voor inspecteurs terug te dringen. En aangezien er in heel Nederland op dezelfde manier wordt geïnspecteerd, ontstaat er voor geïnspecteerde bedrijven een gelijk speelveld.
Implementatie en ontwikkeling
De verschillende omgevingsdiensten, brandweercorpsen, arbeidsinspectie en Rijkswaterstaat stelden mensen ter beschikking voor dit project. Eric: ‘Daardoor kwamen we goed vooruit, konden we met de inzet van ICTU het ontwerp- en bouwproces vormgeven, verliep de implementatie vlekkeloos en wordt nu gewerkt aan het in beheer nemen bij Rijkswaterstaat.’ Herman Jeschke, ook projectmanager bij IIR, nam sinds 1 juli het stokje van Eric over en brengt het project met het projectteam weer verder. Dat is volgens Eric hard nodig, want zoals eerder gezegd is het project nog lang niet klaar en is er nog heel veel te doen. Het ontwikkelen moet doorgaan.
Wat is de GIR2.0?De afkorting GIR2.0 staat voor Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte, tweede versie. Het is een applicatie waarmee de inspecteurs het toezicht nog beter en makkelijker kunnen uitvoeren. Door een slim systeem kunnen onderwerpen die bij een inspectie aan de orde zijn en de manier waarop deze zijn te inspecteren, worden vastgelegd en daarna opnieuw bij een inspectie gebruikt. Een naftakraker bij Shell Pernis inspecteer je nou eenmaal anders dan een magazijn met chemische vaten bij Vabix in Schiedam. Zo ontstaat een gelijk speelveld en worden bedrijven in Nederland op dezelfde manier gecontroleerd. Ook kan hierdoor de administratieve last voor de inspecteurs afnemen en hebben zij meer tijd om te inspecteren. De nieuwe methodiek wordt namelijk beter gefaciliteerd in de nieuwe applicatie. Was men eerst maanden bezig met het tekstueel samenstellen van een inspectierapport, nu is dat teruggebracht tot enkele dagen of weken. Met het beantwoorden van de verschillende stellingen komt het eindrapport er nu geheel uit met één druk op een knop. Door deze gestructureerde werkwijze en vastlegging is het nu ook veel eenvoudiger om alle inspecties centraal te verwerken en de Tweede Kamer jaarlijks te informeren over staat van de veiligheid in Nederland. |