Wally van Maanen: De resultaatgerichte
Hij is een jongen van de straat, vertelt Wally van Maanen tijdens het interview in het Stadskoffiehuys in Delft. Op straat leerde deze Haagse slagerszoon voor zichzelf opkomen en mensen inschatten. Eigenschappen die hem goed van pas kwamen in zijn carrière. Ook al is hij nu met pensioen, hij voelt zich nog interimmer ‘in hart en nieren’. Tijdens zijn carrière als interimmer was hij niet bang om af en toe de knuppel in het hoenderhok te gooien om resultaat te kunnen bereiken. Wat hem drijft? “Het fascineert me hoe sterk patronen in een systeem kunnen zijn en hoe je die, als buitenstaander, kunt doorbreken.”
Buiten het boekje gaan
Een eerste moment uit zijn carrière dat Wally uitlicht geeft meteen al een goed beeld van hoe hij patronen doorbreekt. “In 2008 kwam ik op een opdracht bij een bezwaarafdeling bij VROM. Enorme achterstanden, burgers moesten soms wel tot een jaar wachten op een reactie. De wettelijke reactietermijn werd dus flink overschreden. De oplossing lag eigenlijk voor de hand, maar was juridisch en financieel gezien niet mogelijk. Dus we zaten klem. Ik had de opdracht terug kunnen geven, maar ik besloot om voor de oplossing te gaan. Tot grote frustratie van de juridische en financiële adviseurs natuurlijk, want ik overtrad de regels.”
“Op een gegeven moment werd ik bij de plaatsvervangend SG geroepen. En ik wist: nu krijg ik op m’n kop.”
“De aanpak wierp zijn vruchten af. De achterstanden werden weggewerkt en het proces ging steeds soepeler. Maar op een gegeven moment werd ik bij de plaatsvervangend SG geroepen. En ik wist: nu krijg ik op m’n kop. Dus om hem voor te zijn, liep ik binnen en zei: ‘Joh, wat fijn dat je me hier uitnodigt om me een bonus te geven voor het resultaat dat ik heb weten te behalen’. De plv. SG was echt even flabbergasted. Daarna begon hij te lachen en zei: ‘je weet heel goed waarom ik je bij me heb geroepen’. En dat wist ik ook. Maar door zo binnen te komen, zorgde ik ervoor dat de dynamiek en de verhouding even opgeschud werden. Laten we wel wezen: ik heb het resultaat behaald. De burger was gebaat bij deze aanpak. We zijn als land zo ontzettend dichtgeregeld dat we soms letterlijk klem komen te zitten. Ik durf dan wel buiten het boekje te gaan. Daarom is dat een van de momenten uit mijn carrière waar ik het meest trots op ben.”
Frustratietolerantie
Bij de vraag van Jip ‘ben je wel eens gefrustreerd geraakt?’ lacht Wally even. Dan legt hij een begrip uit wat volgens hem een cruciale kerncompetentie is voor een rijksambtenaar: frustratietolerantie. “Ik heb mezelf ook altijd voorgehouden: ik kan niet alles voor elkaar krijgen zoals ik het zie en zou willen. Maar ik moet niet de handdoek in de ring gooien, niet weglopen. Ik moet tolerant zijn met deze frustratie, naar mezelf én naar anderen toe. Dat is de enige manier om tóch iets voor elkaar te krijgen.”
“De kracht van het systeem is vaak zo groot dat alleen een interventie van buiten dat kan doorbreken.”
“Ik ben van het systemisch benaderen van dingen. De kracht van het systeem is vaak zo groot, zo intens, dat alleen een interventie van buiten dat kan doorbreken. Daarom is de rol van interimmanager ook altijd een hele fijne rol voor mij geweest. Want vanuit die positie kan je veranderingen doorvoeren die van een zittend manager nooit geaccepteerd zouden worden.”
Te braaf
Over het grotere systeem, de samenleving, heeft Wally ook nog wel een observatie. “Ik mis lef, zeker bij de nieuwe generatie. Het is allemaal zo braaf nu. Ik ben natuurlijk van de oude stempel. Als we het vroeger ergens niet mee eens waren, dan gingen we op de barricade. Of we staakten, we deden gekke dingen. Maar tegenwoordig blijft iedereen braaf. Dan is de uitkomst dat alles blijft zoals het is.”
“Ik denk dat het komt doordat we het heel comfortabel hebben in dit land. Weinig urgentie voelen om dingen echt anders te doen. Of we geven makkelijk op. En dat braaf zijn hebben we onze kinderen zelf aangeleerd. Zo is het tonen van lef en risico durven nemen een beetje weggepoetst. Dus ja, ergens voor durven staan en voor durven gaan, dat mag wat mij betreft meer aangemoedigd worden. Zeker ook binnen de overheid.”