Anneke Wijbenga: ‘Zonder goede mensen ben je nergens’
Ruim 10 jaar zet ze zich al in voor Bureau Gateway, niet alleen als reviewer maar ook als actief lid van de redactieraad. Met 41 reviews is Anneke Wijbenga koploper in het aantal reviews. Geregeld reist zij het land door om topbestuurders te interviewen voor de nieuwsbrief van Bureau Gateway. Voor de verandering vond Gateway-directeur Peter Terlouw het leuk om de rollen om te draaien.
Anneke heeft verschillende functies bekleed, waaronder die van algemeen secretaris van de Gezondheidsraad. Ook heeft ze verschillende interim management- en adviesfuncties bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gehad. Anneke mag dan wel sinds 2018 officieel gepensioneerd zijn, echt uitgewerkt is ze nog niet. Naast Gateway Reviewer is Anneke ook bestuursvoorzitter van de Schildklier Organisatie Nederland en bestuurslid van de Hoogheemraadschap Delfland.
Maar of zij zelf geïnterviewd wil worden? Ze twijfelt. Anneke is uiterst bescheiden en dienstbaar. ‘Een derde van mijn reviews was een reflectiedag. Het zou bovendien niet over mij moeten gaan.’ Dus vooruit, een compromis, stelt Peter dan voor: ‘Laten we er een tweegesprek van maken.’
Peter: ‘Wat is de intrinsieke motivatie van iemand die al zolang reviews doet?
Anneke: ‘Ik kom altijd heel blij terug van een review. Mijn leidraad is: ik probeer mijn omgeving te verbeteren. Bij grote organisaties is de achterkant van het borduurwerkje vaak niet zo mooi hoor.’
Je bent dienend aan de samenleving.
‘Ja, ik ben zelfs zo’n idioot die in haar vrije tijd met een afvalprikker rotzooi buiten opruimt. Als ik terugkom van een review ga ik vaak heerlijk even in mijn volkstuin onkruid wieden. Beetje zen.’
Veel mensen vragen om patronen. Welke patronen zie jij?
‘Het valt me op dat een review in de beginjaren heel vaak ging over de invoering van een nieuw IT-systeem. Tegenwoordig kijken we meer naar de rol van de mensen in dat proces. Hoe zie jij dat?’
Het gaat er inderdaad steeds vaker om of een organisatie klaar is voor een nieuw systeem, in plaats van of een systeem klaar is voor een organisatie. In het verleden was IT ook echt van de IT. Tegenwoordig is IT meer de zuurstof van de mensen en de organisatie. Dat is een verschuiving.
‘Vanuit het klavertje vier waren indertijd relatie en cultuur ondergeschikt. Het ging alleen maar om inhoud en proces. Nu is het meer: hoe ga je met elkaar om en werk je samen bij moeilijke vraagstukken.’
We hebben die ruimte zelf gecreëerd en ons daarmee bewezen. Opdrachtgevers zijn ook altijd tevreden tot zeer tevreden, omdat we met dat soort ingewikkelde vraagstukken op het vlak van samenwerking tot waardevolle rapporten en aanbevelingen komen.
‘Je kunt nog zo’n goed programmaplan hebben. Zonder goede mensen ben je nergens. De vraagstukken worden ook complexer en vragen om meervoudig kijken en verregaande samenwerking. ’
Heb jij de aanbevelingen van Bureau Gateway zien veranderen?
‘Ja, iets meer naar de kant van cultuur en relatie dus. En minder strak op hoe het proces beter moet. In het begin merkte ik ook wel dat reviewers het allemaal beter wisten. Dat er in reviews werd gezegd: zo moet je het doen. Dat is veranderd. Er worden suggesties geven, maar niet betweterig.’
Misschien ook omdat dat minder nodig is. 15 jaar geleden was programmamanagement nog iets nieuws. Dat is nu met alle opleidingen wel anders. Daar zit toch een lerend effect van de overheid.
‘Wat je daarnaast ziet is dat we minder echte Gateway Reviews doen, maar steeds meer Health Checks.’
We proberen de essentie van die verschillende reviews wel terug te pakken. Het is onze ambitie om al bij de verkennende gesprekken te kijken of we meerdere reviews kunnen doen. Dan bouw je ook een relatie op en daarnaast kan je zien of de aanbevelingen het juiste effect hadden of niet.
‘Er zijn altijd dingen die je signaleert waarvan je denkt: dat kan beter. Ik heb in 41 reviews nooit meegemaakt dat ik dacht: ik heb hier niks aan toe te voegen. Wel onderwerpen waarvan ik dacht: daar heb ik geen affiniteit mee. En dan blijkt het tijdens zo’n week toch reuze interessant te zijn.’
Maar jij vindt heel veel interessant, Anneke. Dat is het mooie aan jou.
‘Je krijgt een inkijkje in een heel andere wereld. En wij brengen weer onze eigen wereld mee.’
Is dat ook de reden dat je het zo lang volhoudt? Omdat je elke keer weer verrast wordt?
‘Ik doe het vooral omdat ik echt het gevoel heb dat we een helpende hand bieden. Verder vind ik het een voorrecht om in de keuken van een organisatie te kijken, vooral organisaties waar je anders nooit komt. En wat plezier geeft, is een week lang op pad met het reviewteam. Mensen die ook wat te melden hebben, waar je ook wat van leert en die je blik verruimen. Dat geeft heel veel plezier tijdens zo’n week.’
Ik hoor vaker dat onze reviewers het fijn vinden om een week in reflectiestand te zitten. Het is nog steeds hard werken, maar je komt ook tot rust als je de verantwoordelijkheid niet hebt.
‘Als je in een leidinggevende positie zit, ben je net het centraal station van Den Haag. Er komt continu van alles langs. Je bent voortdurend aan het schakelen. Tijdens zo’n reviewweek hoeft dat even niet.’
Hoe lang ga je nog door, Anneke?
‘Meer dan 50 reviews hoeft denk ik echt niet. Maar zolang ik me nog goed en scherp genoeg voel, ga ik door. Ik heb het voordeel dat ik met pensioen ben, en daardoor wat flexibeler ben in te roosteren.’
De reviewbegeleiders zijn heel blij met jou, omdat je overal en vaak op het laatste moment inzetbaar bent. Kan je iets zeggen waar jij heel blij van wordt, als het over het bureau gaat?
‘Ik vind dat ze de teams heel goed samenstellen. Het is zo interessant hoe ze elke keer mensen van verschillende pluimage bij elkaar zetten die elkaar goed aanvullen. Slechts één keer meegemaakt dat een teamlid niet passend was.’
En als het over de methodiek van de reviews gaat?
‘Ik vind dat we meer moeten doen met de bijvangst van onze reviews. Ik heb meerdere ervaringen opgedaan waarbij ik dacht: hier moeten we iets mee. Ina Sjerps gaf onlangs in een interview met mij ook zo’n voorbeeld over de signalen die ze kreeg over het toeslagenschandaal. Wat vind jij daarvan?’
Daar ben ik het mee eens. Het is onze morele plicht om zaken te melden waar we ons zorgen over maken. Dat hoeft niet in het rapport, maar kan zeker in een apart gesprek met de opdrachtgever.
‘Veel van die bijvangst kan uiteindelijk ook weer winst zijn bij andere domeinen van de overheid.’
Je moet sowieso bij een review meervoudig kijken. Wat is het grotere geheel van dit vraagstuk?
‘Op dat vlak maak ik me weleens zorgen over de verdergaande digitalisering. Natuurlijk helpt het ons, want alles gaat beter en sneller. Maar je mist de regelruimte voor dingen die niet passen in een van de twee hokjes. Mensen vallen soms tussen wal en schip, en daar moet je het menselijk contact mogelijk maken.’
Ook hier kijk je dus naar de menselijke factor. Waar maak je je nog meer zorgen over?
‘Toch wat ik net zei: de focus op systemen in plaats van de menselijke kant. En dat in combinatie met de arbeidsmarktkrapte. Als ik een instantie bel, moet ik 20 minuten wachten om iemand te spreken.’
En op het gebied van Bureau Gateway?
´Ik vind dat jij heel goed bezig bent. Je geeft veel aandacht aan het bureau. Het bureau bestond uit teveel losstaande krachten die elkaar niet altijd wisten te vinden. Ik zie dat jij investeert om er een geheel van te maken. Je hebt daar aandacht voor. Ik vind alleen wel dat de community groter moet.’
Daar zit ook mijn grootste zorg. Meer reviews, en meer verscheidenheid. Je gaf een compliment over de samenstelling van de teams, dat is een essentieel onderdeel van een goede review. Met vier dezelfde mensen krijg je vier keer hetzelfde verhaal. Maar de verscheidenheid komt onder druk te staan. Door vergrijzing en omdat we de man-vrouw verhouding niet in balans is.
‘Ik hoor vaak dat mensen zeggen dat ze geen tijd hebben voor een review. Dan denk ik: je kan ook een week vakantie plannen. Een review is zo inspirerend en waardevol, je leert er zoveel van.’
Bij welke organisaties zou je graag nog een review willen doen?
‘Ik ben bij alle ministeries geweest, behalve bij Algemene Zaken. Daarnaast lijkt het Nederlands Forensisch Instituut me heel interessant, het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum, de Raad voor de Rechtspraak en de BES-eilanden. Dat zijn onze gemeenten, we kunnen ze veel brengen.’