Diana Starmans over de Staat van de Uitvoering
Diana Starmans is geen onbekende binnen de Gateway Community. Ze werkte een jaar of tien bij de gemeente Amsterdam, onder meer als directeur strategie en loco-gemeentesecretaris. Ze was interim gemeentesecretaris in Groningen en nu alweer 3,5 jaar lid van de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Vanuit die rol was ze ook nauw betrokken bij de totstandkoming van de Staat van de Uitvoering: “De Staat is voor ons een hulpmiddel om het gesprek te voeren tussen politiek, beleid en uitvoering.”
Hoe is de Staat van de Uitvoering begonnen?
Het is begonnen met Werk aan de Uitvoering (WaU). Daar kwam de politieke vraag: hoe werkt het eigenlijk met de uitvoering in Nederland, met de publieke dienstverlening?
Er lag een opdracht van de ministerraad en er is een stuurgroep ingesteld met mensen uit de uitvoering maar ook met mensen uit beleid en de eigenaarsrol. De stuurgroep kreeg de vraag: maak eens een stand van zaken of hoe het staat met die uitvoering. Dat was best een ingewikkelde vraag want wat is dan die uitvoering en wie zijn de publieke dienstverleners? Hoe kun je rode draden vinden in de diversiteit van de publieke dienstverlening?
Een aantal organisaties hadden al een stand van de uitvoering Bijvoorbeeld in ons domein van de sociale zekerheid schrijven we tweemaal per jaar een brief voor de Tweede Kamer waarin we vertellen waar we mee bezig zijn en wat goed gaat en wat minder. Dat gaat gebruikelijk dan via het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het is dus een brief van SZW over SVB en UWV, dus eigenlijk over het hele sociale verzekeringsdomein. Daarin kun je al wel heel veel zien maar dat zegt nog niets over andere domeinen. Niet alle uitvoeringsorganisaties hadden zoiets. Inmiddels gelukkig wel steeds meer.
We zijn op zoek gegaan naar de rode draden in de bestaande ‘stand van’-rapportages en we hebben daarnaast behoorlijk wat onderzoeken uitgezet. Heel divers. Het was best ingewikkeld om na te gaan waar we naar op zoek waren, vandaar dat we heel breed zijn gaan onderzoeken. Met veel verschillende perspectieven. Alle onderzoeken staan online.
De Staat is in januari aangeboden aan de Tweede Kamer. Rechtstreeks?
Ja, want het doel was om vanuit de uitvoering het onversneden verhaal te vertellen.
Dus anders dan die (afzonderlijke) standen van de uitvoering die doorgaans via het departement naar de Tweede Kamer gingen. De Staat van de Uitvoering is het verhaal vanuit de uitvoering over de uitvoering, rechtstreeks aangeboden aan de Tweede Kamer.
En hoe is dat gevallen?
De Staat van de Uitvoering krijgt heel veel aandacht. De Staat is voor ons een hulpmiddel om het gesprek te voeren tussen politiek, beleid en uitvoering. Het moet nog wel breed zijn werking krijgen. Op sommige plekken wordt het al echt goed besproken en wordt er gevraagd: ‘Hoe zit het nu in ons domein en hoe kunnen wij werken aan complexiteitsreductie’? In andere domeinen gaat het nog wat minder voortvarend, maar het komt steeds meer op de agenda.
Zijn er dan domeinen die nog achter lopen?
Er zijn verschillen in tempo waarmee organisaties aan de slag zijn met de WaU. Als we kijken naar de Staat van de Uitvoering zien we complexiteitsreductie als belangrijkste opgave voor de komende jaren. Complexiteit is er in verschillende verschijningsvormen. In het sociaal domein zien we dat burgers te maken hebben met ingewikkelde wet- en regelgeving en zien medewerkers in het sociaal domein soms door de bomen het bos niet meer. Als we kijken naar bijvoorbeeld Rijkswaterstaat dan betekent complexiteit voor hen vooral een stapeling van initiatieven en ambities. Dat vraagt een ander gesprek en een andere aanpak.
Is het allemaal terug te brengen op de politieke context?
Voor een groot deel wordt de complexiteit veroorzaakt door stapeling van ambities en ingewikkelde wet- en regelgeving. Het rapport van de commissie Bosman ‘Klem tussen balie en beleid’ sprak indertijd al over de complexiteit.
En daarom is het gesprek tussen politiek, beleid en uitvoering zo belangrijk. Daarnaast moeten we ook kijken naar onze eigen processen en IT-systemen. Ook die kunnen als wet- en regelgeving eenvoudiger zijn, verbeterd worden.
De commissie constateerde ook de incidentenreflex van de politiek, dat zie je hier natuurlijk ook. Die heeft gemaakt dat we én veel ambitie hebben én veel complexe wet- en regelgeving en dat we indertijd sterkt bezuinigd hebben op de uitvoering en op de IT-systemen.
De verouderde IT-systemen en de krapte op de arbeidsmarkt die niet langer een conjunctureel, maar intussen een structureel karakter heeft gekregen, maken dat we stevig aan de slag moeten met vereenvoudiging. Zodat we als overheid kunnen waarmaken, nu en in de toekomst wat we beloven aan burgers en ondernemers. Zodat we die betrouwbare overheid kunnen zijn.
Daarbij kunnen we ook kijken naar andere landen. Wat kunnen we van hen leren? Waarom kunnen de collega’s uit Vlaanderen wel automatisch toeslagen toekennen aan burgers zonder dat deze daar een aanvraag voor hoeven te doen? Of in Denemarken waar men geen aanvraagproces heeft voor kinderbijslag? Wij hebben in Nederland een traditie dat alles met een aanvraag moet. En dat is iets dat we zelf bedacht hebben, dat hadden we niet zo hoeven doen. Maar het creëert wel werk voor de burger en de uitvoeringsorganisatie.
Een ander voorbeeld is de AOW. In Nederland is de hoogte van de AOW gekoppeld aan de leefvorm, dus moeten wij als uitvoeringsorganisatie weten of je wel of niet samenwoont. Dat doen de meeste andere landen niet.
In de Staat van de Uitvoering die in januari is gepubliceerd, halen we inspiratie op uit dit soort vraagstukken van andere landen.
Wat kan de Gateway Community er aan doen? Bureau Gateway wil ook graag aandacht aan dit onderwerp besteden. Wat is dan handig?
Het begint natuurlijk met kennis nemen van dit rapport en het herkennen van de belangrijke punten hieruit. Ik zou denken dat je dit ook kan gebruiken in een review als een soort toetsingskader. De vraag stellen: hé, hoe zit dat eigenlijk hier? Hoe zit het hier met de complexiteit van wet- en regelgeving? Met de stapeling van beleid? Met de effecten daarvan op de IT-systemen en de werkprocessen? De Staat als referentiekader gebruiken.
Wat je vaak bij reviews ziet (dat is mijn ervaring, ook als opdrachtgever) is dat je toch in je eigen vraagstuk blijft hangen. Dankzij een review wordt je blik verruimd en hoe mooi is het dan, als je door je reviewteam uitgedaagd wordt om te kijken naar vereenvoudiging en daar mogelijk over de grenzen heen kunt kijken naar inspirerende voorbeelden.
In de Staat komt ook het woord patroon-doorbreken aan de orde. Heb je bij de reviews die jezelf hebt gedaan of als SRO dat ook mee gemaakt?
Ik probeer in een review wel altijd te kijken naar patronen. Het Wiel van verbinding helpt daar overigens ook goed bij. Dat is ook wat in de Staat gebeurt.
We moeten echt fundamenteel anders gaan kijken naar hoe we ons werk organiseren voor de burgers en ondernemers. Daarbij patronen doorbreken zowel op inhoud als op proces. Het kan niet zo zijn dat we moties en amendementen die de politiek op het laatste moment bedenkt, dat die niet meer gechallenged worden door de uitvoering en dan in de uitvoering terecht komen en helemaal niet goed uitpakken. Dat zijn van die patronen op de proceskant die we met elkaar zouden moeten doorbreken. Op de inhoudskant zie je vaak, ook in de reviews, dat je die blik van buiten nodig hebt en het kan je een handreiking geven om een patroon te doorbreken.
Hoe moeten de drie partijen, politiek, beleid en uitvoering, verder?
Ze moeten in gesprek met elkaar komen. Ik zie dat er bij de politiek in toenemende mate belangstelling is voor de uitvoering. Ik zie bij Kamercommissies dat ze steeds vaker de uitvoering ook uitnodigen, technische briefings vragen, ronde tafelgesprekken, werkbezoeken etc. Dat vind ik echt een voorzichtige positieve verandering. Dan kunnen we samen met beleid het gesprek voeren over vereenvoudiging.
Ik zou alle drie de partijen willen uitnodigen om met de Staat in de hand, te gaan kijken hoe het in jouw driehoek gaat en hoe het in jouw domein het er voor staat. Wat kun je dan in jouw domein doen om de complexiteit te reduceren. De urgentie is hoog en we kunnen het niet meer oplossen door meer mensen erbij te zetten. Die mensen zijn er overigens ook niet. En we hebben de mensen ook hard nodig in de zorg, het onderwijs en op straat in plaats van in administratieve processen.
Het zou mooi zijn als ieder domein zijn eigen vereenvoudigingsagenda zou hebben. Daarbij natuurlijk met de burger en ondernemers als perspectief.
Is er nog iets wat je kwijt wilt?
Ik ben heel betrokken bij dit onderwerp, zo je merkt. Ik had van de week een sessie met jonge ambtenaren over de Staat van de Uitvoering. Het was zo fascinerend te merken dat wat deze jongen mensen overviel is: dat ze het zo’n groot vraagstuk vinden en dan de vraag stelden: ‘Wat kan ik nou in al mijn bescheidenheid, en in de positie die ik nu inneem, doen of hoe kan ik van betekenis zijn met deze opgave?’ We constateerden toen met elkaar, dat door alleen al de vraag te stellen: ‘Kennen jullie de Staat en hoe zijn wij hier mee aan de slag?’ eigenlijk al voldoende is. Als je dan ook nog meedenkt vanuit de burger (of ondernemer), en je verwondert je over hoe we dingen doen zoals we ze doen en dat je vanuit die positie vragen stelt, helpt dat allemaal om de beweging op gang te brengen.
Ik vond het heel mooi dat die jonge ambtenaren aan het einde van de middag het gevoel hadden van: ‘Hé, hier kunnen ook wij iets mee.’ Ze kiezen bewust voor een rol bij de overheid. Ze willen graag waarde-gedreven werken. Zelf waarde toevoegen. Het getuigt van een enorme maatschappelijke betrokkenheid bij deze jonge mensen. Daar word ik blij van. Dat geeft hoop voor de toekomst!
Dit interview is afgenomen door de redactieraad van Bureau Gateway en verscheen eerder in de nieuwsbrief van Bureau Gateway