Fenomeentafels, kennisdeling en integrale samenwerking bij aanpak ondermijnende criminaliteit
Sinds september 2021 is Jan Pool via de Flexschil van Rijksconsultants verbonden aan het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC). Het LIEC ondersteunt de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s) en de landelijke partners zoals het Openbaar Ministerie (OM), de Politie en de Belastingdienst bij de integrale aanpak van ondermijning. Jan’s opdracht? Schrijf een inrichtingsplan voor het LIEC, een organisatie die net als de ondermijningswereld zelf erg in beweging is. Hoe zit dat eigenlijk met ondermijning? Hoe richtte Jan zijn opdracht in? En hoe ging hij om met de complexiteit van dit onderwerp? Aan het woord komen Jan, maar ook Nadine Vaes, opdrachtgever en tevens hoofd van het LIEC.
Aanpak van ondermijning
Nadine: ‘De aanpak van ondermijning heeft hoge prioriteit. Simpel gezegd: ondermijnende criminaliteit ondermijnt. Het ondermijnt de rechtsorde, de rechtstaat, de democratie en als we niet oppassen dringt het meer naar de bovenwereld. Ondermijning is een begrip an sich. Daarbinnen heb je allerlei criminaliteitsvormen. Vanwege de impact op ons allemaal, de maatschappij, onze samenleving, onze rechtstaat en democratie spreekt het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) niet meer van georganiseerde maar van ondermijnende criminaliteit. Het ondermijnende karakter is een element dat er echt is bijgekomen. Neem als voorbeeld een voetbalclub waar gefraudeerd wordt, daar heb je als burger ook last van’. Jan voegt daaraan toe: ‘De wereld van ondermijning is complex en continu in beweging. Het inrichtingsplan dat ik maakte voor het LIEC diende daar rekening mee te houden. Maar ook met de doorontwikkeling waar het LIEC mee bezig is, de veranderende vraag- en aanbodrelatie tussen het LIEC en de externe omgeving. Daarbij speelde de complexiteit een grote rol. Hoe kunnen we onszelf als organisatie zo inrichten dat we zo efficiënt en flexibel mogelijk opereren?’
De Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC's) en het Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC) helpen overheidsdiensten en de maatschappij om criminele ondermijning van de samenleving te stoppen. Dat begint op het lokale niveau waarbij de RIEC’s een belangrijke rol vervullen. De tien RIEC's en het LIEC vormen samen een landelijk dekkende netwerkorganisatie Het LIEC ondersteunt de RIEC’s op verschillende vlakken zoals kennisontwikkeling, juridische ondersteuning, communicatie en ICT. Het RIEC-LIEC-netwerk richt zich met name op:
Het RIEC-LIEC-netwerk verbindt informatie, expertise en krachten van de verschillende overheidsinstanties. Daarnaast stimuleren en ondersteunen de RIEC's en het LIEC de publiek-private samenwerking bij de aanpak van ondermijning. Het LIEC zorgt voor verbinding tussen de RIEC’s en de landelijke partners. Het LIEC signaleert en inventariseert ontwikkelingen op het gebied van ondermijning. Bij regio-overstijgende criminaliteitsproblemen, zoals criminele motorbendes en georganiseerde hennepcriminaliteit, coördineert het LIEC de landelijke aanpak. (Bron: riec.nl) |
Integrale benadering
Jan: ‘ik werk nu als tijdelijk coördinator van de landelijke fenomeentafels. Dat houdt in dat we vastgestelde fenomenen, zoals vastgoedfraude of criminele motorbendes centraal stellen om zo tot een landelijke aanpak te komen. Bij deze fenomeentafels brengen we een groep experts bij elkaar, samen met het hele netwerk zoals het OM, de Belastingdienst, de RIEC’s, regio’s, douane en soms ook private partijen. Zo kan je een integrale aanpak formuleren voor een probleem. Iedere partner kan en moet hierin zijn rol pakken en waardoor je handelingsverlegenheid tegengaat. Het kan soms best ingewikkeld zijn om te bepalen wie wat mag en moet doen. Tijdens zo’n tafel wordt dat besproken en dat geeft handvatten om het direct op te pakken.’
Als rijksconsultant met voeten in twee werelden
Jan: ‘Wat ik zo leuk vind aan werken voor Rijksconsultants, is dat we werken voor verschillende ministeries. Zo deden we onlangs ook een opdracht op het gebied van Governance-vormgeving bij de drugsproblematiek in de haven van Rotterdam. Daar komen twee werelden bij elkaar. Enerzijds het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) die eigenlijk zo barrièrevrij als mogelijk in- en export wil organiseren en aan de andere kant het veiligheidsvraagstuk. Als rijksconsultant kom je in beide velden terecht en dat is heel interessant. We kijken vanuit verschillende initiatieven en belangen, en vanuit verschillende ministeries of departementsvelden en brengen relaties tot stand. Dat is de toegevoegde waarde van Rijksconsultants, dat je steeds kennis uit de ene opdracht meeneemt en inbrengt bij de volgende. Steeds een nieuw perspectief.’
Kennisdeling en fenomeentafels
Jan: ‘Tijdens de fenomeentafels die het LIEC organiseert komen allerlei partijen bij elkaar. Met verschillende belangen, wensen en focuspunten. Het kan best ingewikkeld zijn om dat hele netwerk bij elkaar te brengen. Als LIEC bemiddelen we in dat proces. De voorzittersrol, notuleren, maar ook bijvoorbeeld kennis in- en uitbrengen door kennisproducten te maken. Het is eigenlijk een hiërarchievrije wereld, waar kennis in- en uitgewisseld wordt en best practices met elkaar gedeeld worden, waar partijen elkaar vinden en waar we soms ook bilateraal met elkaar doorgaan op initiatieven. Dat is wat het LIEC veelal doet: al die initiatieven en beelden die soms echt heel erg versnipperd zijn bij de overheid bij elkaar brengen. Dat leidt soms bijna tot een nieuwe kijk op de wereld en dat is ook wat het LIEC zo sterk maakt als organisatie. Het is een van de weinige partijen in Nederland die dat op deze schaal doet. Met name de publiek-private samenwerking is een hot topic. Iedereen heeft het erover. Bij het LIEC wordt het gewoon gedaan. Hier zorgen we ervoor dat die private partijen bij elkaar komen en het gesprek aangaan en verbinding opzoeken met andere partijen.’
Nadine: ‘Het is lastig om zoveel partijen bij elkaar te brengen, maar het feit dat een fenomeentafel altijd gekoppeld is aan een fenomeen, geeft duiding, focus, richting en een heldere opdracht waar we samen voor staan. Het LIEC brengt al die informatiestromen in kaart en werkt dat uit. Een overzicht op de onderdelen, als het ware. Heel nuttig, want zo kun je van elkaar leren en weten wat er speelt. In lijn daarmee hebben we ook een kennisplatform ondermijning: een digitale kennisbank waar men met elkaar in gesprek kan gaan. Je kunt er vragen stellen, informatie vinden en zo brengen we de fenomeentafels ook op praktisch gebied een stap verder. Natuurlijk bevatten de fenomeentafels ook gevoelige zaken. Gelukkig is er hele duidelijke wetgeving over wat wel en niet gedeeld mag worden en daar houden we ons aan. Daarnaast beschikt het LIEC niet over operationele informatie. We hebben alleen informatie op fenomeenniveau en dat kunnen we prima delen met partners. We zijn er mee bezig om dat binnen alle gestelde kaders ook beschikbaar te maken voor burgers. Daarbij staat veiligheid en privacy hoog in het vaandel.’
Jan: ‘Soms zijn het hele harde uitspraken. Maar dat maakt ook in één keer knetterhelder waar de vraagstukken zitten.’
Van quote naar plan
Jan: ‘Deze opdracht ben ik begonnen met interviews met iedereen van de organisatie en zo verzamelde ik quotes. Naderhand heb ik die quotes onderverdeeld in de verschillende organisatieonderdelen en ontdaan van context en persoon. Dan staat er soms een hele harde uitspraak. Sommige collega’s schrokken daar ook wel van. Maar ook maakte dat eigenlijk in één keer knetterhelder waar de vraagstukken zaten. Dat vond ik mooi. Ook met name de openheid binnen het LIEC om daarmee om te gaan en de bereidheid om in de eigen organisatie de schouders eronder te zetten en te professionaliseren vond ik heel bijzonder. De vraagstukken pakten we vervolgens op in verschillende werkgroepen. Een aanpak die voor veel betrokkenheid en herkenning zorgt bij de medewerkers. Van heel ruw naar steeds specifieker en continu in samenspraak en verbinding.’
Manier van werken
Jan: ‘Bij Rijksconsultants heb je altijd een schaduwmanager waar je mee kunt overleggen, dat is prettig. Daarnaast put ik uit een vrij lange historie van veranderkunde en organisatieontwikkeling. Ik overleg ook heel veel met de mensen met wie ik de opdracht doe, het management en de medewerkers. Een combinatie van theorie en interactie. Ik wil dat het beeld dat ontstaat ook echt hun beeld is. Daar handel ik naar. Zo stel ik het MT altijd de vraag: ‘heb je een foto van het probleem gemaakt of is het een selfie?’. Als het geen selfie is, gaan we eerst kijken naar eventuele blinde vlekken. Een blik van buitenaf helpt daarbij. Vreemde ogen dwingen.
Als ik begin aan een opdracht haal ik altijd eerst het perspectief van de organisatie zelf op. Hoe kijken ze naar de buitenwereld, naar zichzelf, naar het functioneren? Daarnaast kijk ik altijd naar de theoretische kaders, dat is de onderbouwing. Hoe zit het met de logica? Het is niet de bedoeling om collega’s in een mal te drukken. Maar het helpt wel om bewustzijn te creëren van hoe een samenwerking nu precies werkt. Hoe doet iemand iets en hoe breng je werelden bij elkaar? Daar ontstaat het verandertraject. En als je het goed doet, wordt dat traject heel erg herkend vanuit het organisatieonderdeel zelf en daar zit dan ook de identiteitsklik met de buitenwereld. Ik probeer zo een surfplank aan te bieden waarop de organisatie dan zelf de golven kan pakken.’
Nadine: ‘Papier is geduldig, maar het moet er echt wel vanaf komen.’
Samenwerken met Rijksconsultants
Nadine: ‘Een doorontwikkeling is nooit heel makkelijk. We benoemen het eufemistisch, maar eigenlijk is er best een grote operatie bezig binnen het LIEC. Binnen dat speelveld heeft Jan heel goed het probleem weten te doorgronden. Een heldere analyse, een inrichtingsplan en de handvatten om het ook echt verder te brengen. Papier is geduldig, maar het moet er echt wel vanaf komen. En Jan kreeg dat voor elkaar, en is daarnaast ook een fijne sparringpartner met betrekking tot de doorontwikkeling.’
Flexschil naar vaste baan
Jan: ‘Vanuit de Rijksconsultants-Flexschil ben ik begonnen bij het LIEC, maar inmiddels hebben we in goed overleg besloten dat ik langer blijf de organisatie. Ik heb hier echt mijn plek gevonden. Ik vind het fijn om me voor langere tijd in te kunnen zetten in de strijd tegen de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Ik vrees dat het spreekwoord ‘het bloed kruipt waar het niet gaan kan’ hier van toepassing is.’