Sandra leest ‘Tweebenig samen werken’

Rijksconsultant Sandra de Wit leest en recenseert boeken. Deze keer een boek over Grenzeloos Samenwerken. Ze kijkt daarbij vooral naar de praktische bruikbaarheid ervan voor de Rijksoverheid. Deze keer op het leesmenu: ‘Tweebenig samen werken’ van Martine de Jong, Has Bakker en Fieke Robeerst. Benieuwd of het ook iets voor jou is? Lees Sandra’s recensie!

Samenwerken en samen werken

Tweebenig samen werken gaat in op het accentverschil tussen samenwerken en samen werken. In een veertigtal hoofdstukken, geschreven door maar liefst vijftig auteurs, wordt onder redactie van Martine de Jong, Has Bakker en Fieke Robeerst, nieuw gedachtegoed aangereikt om het groeiend aantal maatschappelijke vraagstukken effectiever aan kunnen te gaan. Succesvol samenwerken gaat volgens de schrijvers over het leren omgaan met spanningen die ontstaan, in plaats van slechts zoeken naar een oplossing.

Tweebenigheid

Het draait, volgens de samenstellers van het boek, om spanningen en onderliggende tegenstellingen zichtbaar en bespreekbaar maken en deze combineren tot een samenstelling: het is niet het één of het ander, het is én-én. Het is zoeken naar een tijdelijke balans, waarbij meerdere wegen naar Rome leiden. Het draait om organisaties en professionals die op grensvlakken werken en spanningsvelden omarmen door zich te realiseren dat het maken van een keuze hen niet dichter bij de oplossing brengt. Dat noemen de auteurs ‘tweebenig samenwerken’. Die term hebben ze geleend uit de voetbalwereld; het onderstaande citaat is een van de gouden regels bij de voetbalclub AZ en wordt aangehaald in het boek.

“Het gebruiken van twee benen zorgt voor een hogere handelingssnelheid en een grotere kans op succes. Om spelers tweebenig te maken, zorgen wij ervoor dat zij ook in situaties worden gezet waarin het natuurlijk is om de bal met het minder sterke been mee te nemen en coachen hen dan positief.”

De gedachte erachter is dat tweebenige voetballers, zoals vroeger bijvoorbeeld Johan Cruijff en Marco van Basten, acties met beide benen kunnen inzetten. Zo zijn ze creatiever in het maken van combinaties en kunnen ze vanuit meer posities een goede bal aangeven of zelfs scoren. De samenstellers van dit boek trekken een vergelijking en maken het via een hele reeks aan artikelen en essays aannemelijk dat ook organisaties en professionals, die beide kanten van de spanning kunnen combineren, succesvoller zijn. Die organisaties lossen de spanningen niet op, maar maken de (schijnbare) tegenstellingen hanteerbaar en voor hen productief.

De samenstellers van het boek hebben er nadrukkelijk voor gekozen om het thema open te verkennen, om de lezer te helpen zijn eigen uitdagingen te begrijpen/interpreteren en vervolgens ook meer praktische tools te geven om te kunnen interveniëren. Zo is er ook bewust gekozen om het boek geen beschrijving te laten zijn van een allesomvattende, wetenschappelijk onderbouwde theorie.

Lijvig maar speels

Tweebenig samenwerken is in een open proces geschreven met een kleine vijftig medeauteurs. Er is een uitgebreid inleidend hoofdstuk dat de theoretische basis legt voor het lezen van opvolgende artikelen vanuit verschillende disciplines, sectoren en organisaties. Daarna wordt in verschillende essays gebouwd aan nieuw gedachtegoed. Diverse praktijkcases geven concrete handvatten om zelf aan de slag te gaan, en tenslotte worden in interviews en columns persoonlijke inzichten en ervaringen gedeeld. Het boek is nogal lijvig (372 pagina’s en aardig aan het gewicht!), maar is tegelijkertijd wel speels samengesteld en vormgegeven. Dit maakt het bijzonder geschikt om als hoogwaardig ‘coffee table book’ te dienen, en zo en af een toe eens op te pakken en een hoofdstuk door te nemen.

Leesroutes

De samenstellers hebben het boek verrijkt met een woordenboekpagina met definities en ook zijn een vijftal leestroutes toegevoegd om op verschillende manieren het boek door te kunnen nemen. Elk artikel bevat de leestijd in minuten, zodat je zelf kunt bepalen of lezen binnen je beschikbare tijd valt.

  1. De route voor theoretische verdieping biedt in zes essays en een column een gedegen toelichting op het onderwerp tweebenig samen werken.
  2. De tweede route is die van persoonlijke reflectie. Binnen een paar leesminuten zit je middenin iemands persoonlijke ervaringen. Zo blijkt iemands ervaring met het runnen van een hospice waardevolle lessen te bevatten voor het samen werken en wordt de zienswijze van een oude Italiaanse mijnwerker op samenwerken uitgelegd.
  3. De route om aan de slag te gaan introduceert het “ritselmanagement”. Dit is de route die handvatten voor de praktijk biedt en manieren schetst om creatief om te gaan met spanningen in samenwerken. Als voorbeeld wordt de wijze waarop designers zich steeds vaker bezighouden met sociaal-maatschappelijke vraagstukken gegeven.
  4. De route over tweebenigheid in de publieke sector lijkt voor mij als ambtenaar natuurlijk interessant. Er komt een divers palet aan publieke praktijken voorbij: de zorg, gemeenteambtenaren, een mbo etc. De herkenbaarheid is dan ook groot.
  5. De route voor tweebenigheid op de werkvloer geeft veel herkenning van situaties op de werkvloer. Het gaat hier vooral om de wisselwerking tussen medewerkers, managers en teams, bijvoorbeeld tijdens een transitieperiode.

Bruikbaarheid voor de Rijksoverheid

Meer en meer wordt er binnen de Rijksoverheid vanuit de opgave gewerkt. We willen ons daarbij richten op concrete verbeteringen in het leven van mensen. Daarom willen we met elkaar opgavegericht werken: we stellen de maatschappelijke vraagstukken centraal in ons werk, vertalen dit naar opgaven en organiseren ons werk naar wat de opgave van ons vraagt. We werken daarbij over organisatiegrenzen en bestuurslagen heen. Dit boek sluit naadloos bij die beweging aan.

Sandra concludeert

Het onderwerp tweebenig samen werken wordt vanuit veel perspectieven belicht en breed verkend in dit boek. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat al die columns, of interviews even interessant zijn. Soms sluit iets wat minder goed aan bij je werkomgeving of interesse. Gezien de omvang van het boek is dat helemaal niet erg: het lijkt me zo dat er voor iedereen wel iets bijzit! Door het lezen van dit boek kun je ‘je eigen spanning doorgronden’ of uitvinden hoe tweebenig je zelf bent. De artikelen, interviews en essays lezen makkelijk weg en vooral de duiding van de leesroutes en de aangegeven leestijd per artikel, maakt het voor de drukke – al dan niet tweebenige – samenwerker een fijn boek.

Het doel van het boek - iedereen die samenwerken spannend vindt en spannend wil maken, inspireren en met lichtgewicht bagage toerusten om op het grensvlak te bewegen - is ruimschoots gehaald.

Al met al een fijn boek om af een toe weer eens uit je boekenkast of van je koffietafel te pakken.