5 jaar Rijks I-Traineeship: van pionieren tot een stevige basis
In 2016 startte de eerste lichting I-trainees aan het Rijks I-Traineeship, toen nog het Rijks ICT Traineeprogramma (RITP). Vijf jaar later en 371 gestarte trainees verder, blikken we terug op hoe het Rijks I-Traineeship in die jaren is ontwikkeld en gegroeid. Met voormalig manager René van Delft en waarnemend manager Nienke de Jongh hebben we het over het pionieren, opbouwen, groeien en samenwerken.
Om het hele verhaal over de ontwikkeling van het Rijks I-Traineeship te vertellen, moeten we terug naar het begin. De aanleiding om een ICT-traineeship op te tuigen bij de Rijksoverheid, kwam voort uit de bevindingen van het onderzoek van de parlementaire onderzoekscommissie ICT (2015), onder leiding van Ton Elias. Marcel Staring (momenteel manager van programma Versterking HR ICT Rijksdienst) heeft de eerste stappen gezet om het traineeship vorm te geven. Zijn doel was om samen met diverse (organisatieonderdelen van) ministeries voldoende opdrachten te verwerven om in 2016 een eerste groep ICT-trainees te kunnen laten starten. En dat lukte.
2016: van schets naar praktijk
Na een selectieperiode die volledig door eigen personeel van UBR werd georganiseerd, startten op 1 september 2016 maar liefst 41 ICT-trainees aan het RITP. René was vanaf maart 2016 al betrokken - nog niet in de rol van manager - bij de selectiegesprekken en de opbouw van het traineeprogramma. René: ‘Via het CIO-beraad en de CTO-raad zijn toen verschillende rijksorganisaties aan het RITP gebonden. De vijf grootste opdrachtgevers waren het ministerie van VWS, IenW, DICTU, Rijkswaterstaat en SSC-ICT.’ De trainees werden in die tijd in dienst gesteld bij de moederorganisatie: de eerste organisatie waar zij hun opdracht vervulden. De tweede en derde periode van 8 maanden brachten ze door bij een van de andere aangesloten opdrachtgevers.
‘Natuurlijk was het behoorlijk pionieren. Maar het traineeship is wel met elkaar, voor en door de Rijksoverheid, opgezet.'
Naast drie werkplekken van 8 maanden, wordt er tijdens het traineeprogramma uiteraard ook een scholings- en ontwikkeltraject aangeboden. René vertelt: ‘Hierin stond centraal: wat houdt het werken bij de Rijksoverheid in en wat betekent het om bij het Rijk te werken in de ICT?’ Volgens René lag de uitdaging bij deze eerste lichting vooral in de verwachtingen van de trainees over werken bij het Rijk. Ook het aanbieden van 41 vergelijkbare trainee-opdrachten was lastig. René: ‘Natuurlijk was het behoorlijk pionieren. Maar dit is wel met elkaar, voor en door de Rijksoverheid, opgezet. Dat er uiteindelijk 41 ICT-trainees startten, was echt een enorme mijlpaal. Het werd ineens werkelijkheid: van schets naar praktijk.’
2017: naamsbekendheid en een tweede lichting
De tweede lichting ICT-trainees startte in september 2017. René: ‘Het is best knap dat je hetgeen je hebt bedacht, een jaar later weer kunt doen. Opdrachtgevers waren enthousiast en wilden weer meedoen. Het was echter wel noodzakelijk om te werken aan de naamsbekendheid. Want hoe zorg je dat de juiste mensen de weg naar het RITP vinden? Samen met Werken voor Nederland hebben we hieraan gewerkt en dit leidde ertoe dat veel goede kandidaten solliciteerden.’ Hieruit werden wederom 41 ICT-trainees geselecteerd. Dit betekende echter wel dat er op dat moment 82 trainees in het programma rondliepen. ‘Ieder verdiende dezelfde hoeveelheid aandacht wat betreft begeleiding, ontwikkeling en opleiding. Dat was pittig en intensief, we hadden op dat moment een klein team. We hebben ons hier wel altijd hard voor ingezet’, vertelt René. In 2017 ontstond bovendien de wens om een traineeship gericht op datascience op te richten. In 2018 werd dit in de praktijk gebracht.
2018: begin van de Datatrack
In de loop van het jaar 2018 werden de plannen voor een datatraineeprogramma steeds verder uitgewerkt. Het programma werd naar het voorbeeld van het RITP ingericht en hiervoor stond Rien Stor aan de lat. René, die vanaf mei 2018 officieel manager werd van het RITP, vertelt: ‘Er lag een blauwdruk van het RITP waarop het nieuwe Rijks Data Science Programma kon voortbouwen. Dat zij het concept overnamen is gaaf; een groter compliment kun je als RITP niet krijgen.’ Een van de opleiders van het Rijks Datascience Programma (RDP) was het CBS. Samen investeerden zij in datatalent bij de Rijksoverheid. Dat datatalent moest echter wel de juiste weg naar het RDP vinden. René: ‘De uitdaging voor dat jaar was het op de kaart zetten van het RDP en ervoor zorgen dat net afgestudeerde datatalenten ons interessant genoeg vonden. Gelukkig lukte dat: in september 2018 startten er 35 young professionals aan het RDP.’ Tegelijkertijd startte toen alweer de derde lichting ICT-trainees, wederom waren dit er 41. ‘In de voorbereiding op de start van deze lichting, liepen we tegen het probleem aan dat de variatie van de trainee-opdrachten niet voldoende groot was. We zijn toen actief gaan inzetten op een meer diverse en rijksbrede opdrachtenportefeuille’, vertelt René.
Ondertussen groeide het aantal traineeships bij het Rijk. René: ‘We merkten dat dit best een wirwar werd. Wij kwamen daar als RITP en RDP ook bij. Als ik al niet weet welke traineeships er allemaal zijn, hoe kan de potentiële trainee vanbuiten de Rijksoverheid dat dan weten? Toen is de volgende gedachte ontstaan: we moeten naar buiten toe één gezicht zijn, één traineeship gericht op ICT en data. Daar kwam ook nog bij dat de vraag naar cybertalent steeds meer toenam. Eind 2018 is toen besloten om één traineeship te vormen met daarin drie smaken: ICT, Data en Cyber. Vanaf begin 2019 zijn we het Rijks I-Traineeship, met drie tracks.’ In september 2018 kreeg René tevens de opdracht om te verkennen of er een traineepool opgezet kon worden voor de I-talenten. Op deze manier konden trainees in dienst komen bij het traineeship, in plaats van bij de moederorganisatie. Per januari 2019 kwam daarop akkoord.
2019: het Rijks I-Traineeship met drie smaken
Vanaf oktober 2018 kwam Nienke de Jongh het Rijks I-Traineeship versterken in de rol van coördinator. In haar eerste paar maanden hielp zij mee met de vorming van het Rijks I-Traineeship en het opzetten van de traineepool. Nienke: ‘Door de pool konden we alle trainees beter op eenzelfde manier behandelen: voorheen waren ze in dienst bij de moederorganisaties en hadden ze dus niet altijd dezelfde kansen, middelen of handreikingen om zich te ontwikkelen. Denk aan verschil in aanbod van cursussen of trainingen binnen de moederorganisatie, maar ook aan de praktische zaken, zoals ICT-middelen. Met de pool hebben we al deze zaken gelijk kunnen trekken, omdat wij daar vanaf toen over gingen. Daarnaast creëerden we een grotere opdrachtenportefeuille en kregen de trainees meer ruimte om een opdracht te vervullen die aansloot bij hun ontwikkelbehoeften. Met de komst van lichting 4 in september 2019, was ook de traineepool een feit. Bovendien startten toen ook de eerste Cybertrainees bij het Rijks I-Traineeship. Over het feit dat we de traineepool er doorheen hebben gekregen, ben ik nog steeds erg blij. Gelukkig kregen we hiervoor vanuit UBR en CIO Rijk de juiste steun en was het momentum daar. De pool bracht echter ook gezonde spanning mee: vanaf dat moment kregen we de volledige verantwoordelijkheid over onze trainees en moesten we het écht gaan waarmaken.’
René: ‘Eén van de uitdagingen die toen speelde, was geld. Traineeships kosten nu eenmaal geld. Doordat we een traineepool hadden opgericht en hierdoor niet meer onderdeel waren van programma Versterking HR-ICT, moesten we op onze eigen benen staan en kostendekkend rondkomen. Maar een prijs bepalen per trainee per maand is lastig. Die prijs moet onder andere het salaris, de opleidingsdagen, begeleiding, coaching en loonkosten van het team dekken. Ieder jaar wordt de kostprijs weer geëvalueerd en daar waar mogelijk bijgesteld.’
2020: de uitdaging van heel de wereld: COVID-19
In maart 2020 kwam de covid-pandemie om de hoek zetten. Op 12 maart was er zelfs nog een fysieke Inhouse Experience met zeker 80 geïnteresseerde potentiële trainees, de volgende dag ging het land op slot. De sollicitatieperiode begon vervolgens op 20 maart en alle selectiegesprekken moesten daarmee online plaatsvinden. Evenals de opleidingsdagen van de trainees. Kortom, dit vergde behoorlijk wat aanpassingsvermogen van zowel de sollicitanten, de trainees, als van het team. Nienke: ‘Hoe je het ook wendt of keert: deze coronasituatie heeft veel van ons allen gevraagd en vergt nog altijd veel flexibiliteit. Organisatorisch en qua personele verantwoordelijkheid hadden we het allemaal gelukkig goed geregeld. Echter, een aantal belangrijke elementen van het traineeship vielen ineens weg: het ontmoeten van collega’s en medetrainees, het opbouwen van een netwerk, gezamenlijke opleidingsdagen en uiteraard het werken op kantoor. En daarnaast, hoe zorg je ook op persoonlijk- en welzijnsvlak goed voor je trainees? We hebben daarom vanaf het begin meer contact gezocht en onderhouden met de trainees: hoe gaat het met je? Wat heb je nodig? Binnen de grenzen van mogelijkheden hebben we het maximale gedaan. Als je het dan hebt over een paar dingen waar je trots op bent, dan is de manier waarop wij als team én onze trainees zijn omgegaan met de coronasituatie, er eentje van.’
Een mooie prestatie uit het jaar 2020 is de verdere uitrol van de samenwerking met de Leer en Ontwikkel Campus (LOC). Zij voeren sindsdien de coördinatie van het scholings- en ontwikkeltraject voor de trainees. René: ‘De samenwerking met de LOC van UBR is echt een flinke verbetering geweest. Het opleidings- en ontwikkeltraject wordt door eigen collega’s opgezet, vormgegeven en uitgevoerd en zij doen dit op professionele, strakke en heldere wijze. Daar kunnen zowel de LOC als het RIT echt trots op zijn.’ De uitdaging van 2020 zat echter in het werven van de startopdrachten voor lichting 5. René vervolgt: ‘Hier hebben we behoorlijk aan moeten trekken. Dit had te maken met de onzekerheid die vanwege corona speelde bij de opdrachtgevers. Opvallend was dan weer wel, dat wij als Rijks I-Traineeship werden aangesproken op het fantastische I-talent dat wij hebben rondlopen. Voor de corona-app was namelijk extra denk- en doecapaciteit nodig. Uiteindelijk hebben ongeveer 30 trainees hieraan meegewerkt, sommigen één dag, sommigen tien dagen. Dat was echt heel gaaf.’
2021: nu en de toekomst
Nienke: ‘Natuurlijk gaat niet alles perfect. We kunnen onszelf nog beter op de kaart zetten, zodat we bij meer rijksorganisaties opdrachten kunnen vervullen. Dit wordt een interessante uitdaging; I-talenten zijn gewild, de arbeidsmarkt is krap en ze kunnen óveral aan de slag. Wat maakt ons als Rijks I-Traineeship hierin dan uniek? Waarom zouden ze voor ons kiezen? Dit moeten we nog scherper krijgen en uitdragen, zonder daarbij loze beloftes te doen. Je kan echt fantastische dingen doen binnen de Rijksoverheid, daar ben ik van overtuigd.’ Inmiddels ligt het aantal gestarte trainees op 371. Een behoorlijke groep, die alsmaar groter wordt. Nienke: ‘Die olievlek van oud-trainees wordt ieder jaar groter en groter. We komen ze steeds vaker overal tegen binnen de Rijksoverheid, en sommigen van hen zijn nu zelfs opdrachtgever voor onze nieuwe lichtingen trainees. Dat is supertof.’
'De ontwikkelingen staan nooit stil, net zomin als het Rijks I-Traineeship zelf.'
René: ‘Er staat nu echt iets, een huis. Zonder al onze trainees, opdrachtgevers en het team hadden we dit echter nooit kunnen bereiken. De kracht van het Rijks I-Traineeship is dat het een flexibele en wendbare organisatie is. We kunnen op trends inspelen en proberen daarmee op de vraag in te spelen. We hebben de juiste partners om dat op te zetten. Dat maakt dat er iets moois staat, met veel ambassadeurs.’ Sinds 1 september 2021 heeft René de rol van manager overgedragen aan Nienke. Ze vertelt: ‘Er liggen alweer verbouwplannen voor het “huis”, het RIT is nooit af. Nu René is gestopt als manager, is het aan ons als team om verder te bouwen en de inrichting verder vorm te geven. Ik heb er veel vertrouwen in, iedereen binnen het team is super gedreven en heeft hart voor de zaak. We werken bovendien samen met fantastische opdrachtgevers, hebben prachtig I-talent rondlopen en op I-gebied is er nog meer dan genoeg te doen binnen onze Rijksoverheid. Die ontwikkelingen staan nooit stil, net zomin als het Rijks I-Traineeship zelf.’